
Eindelijk! Na heel veel twijfels over het inschrijven, heb ik die laatste week toch vooral de dagen geteld tot het zover was. Bij aankomst op HQ in Mormont mochten de dropbag en racevest die thuis netjes werden ingepakt, daar kruipt wel wat tijd in om alles een zo efficiënt mogelijk plaatsje te geven, meteen weer worden uitgeladen voor de kit check. Nog even snel de auto wegbrengen en dan wachten . Eén voor één komen bekende gezichten het zaaltje binnen. Ultratrailers het blijft een vreemd volk dat het best te vergelijken is met een bende kleuters die de avond voor sinterklaas al aan de chocoladeventjes is begonnen.
Na de gewoonlijke 'zorg goed voor jezelf en voor elkaar' speech vertrekken we even over 6 's avonds richting onbekende. Niemand heeft haast, de weg is nog lang en de grappen en grollen vliegen heen en weer. De eerste uren lijkt het dan ook op een grote schoolreis in de Ardennen, waarbij de onhandigste uit de klas als eerste natte voeten heeft. De rest volgt een paar minuten later. In de schemering glibberen we verder op een soms onbestaand paadje langs de oevers van de Ourthe. Heel langzaam valt die grote groep uit elkaar. Met de mensen die nu min of meer bij me in de buurt lopen zal ik de komende 24 uur en met sommigen zelfs dubbel zo lang, haasje over blijven spelen.

Heel veel herinner ik me niet meer van die eerste 60 kilometer. Er was die lange glibberige helling vol gladde rotsen waar ik meer schuivend dan lopend naar beneden ben gegaan, met halverwege een weinig elegante landing. Er was bos, water, modder en rotsen, maar het was vooral donker. Ik nestel me ergens in het midden van een groepje van 8 of 9 lopers en laat me meedrijven op het tempo. Het is best comfortabel lopen zo, wanneer

ik me geen zorgen moet maken over snelheid of navigeren. Ik laat de koplopers beslissen en kijk af en toe eens met een scheef oog naar mijn GPS. Een cruciale fout, zo zal later blijken. Een eerste en misschien wel dé belangrijkste les die ik tijdens het weekend zou leren.
Terwijl wij, na even zoeken waar het pad verstopt is, de laatste kilometer naar beneden lopen naar CP1, komen een paar snellere lopers ons alweer tegemoet. Een eerst blik op mijn verschrompelen voeten bevestigt wat ik al een paar uur voelde, trench feet. Na een nacht door plassen en riviertjes lopen zien mijn voeten eruit als van een 80-jarige die in slaap gevallen is tijdens een voetbadje. Niets aan te doen. Voorzichtig afdrogen, aiaiai, een paar minuten met een geleende haardroger blazen (dank je Peet!), insmeren, droge sokken aan, daarover een paar sealskinz en tenslotte een paar droge schoenen.

We spraken af om maar een half uurtje op CP1 te blijven. Dat klinkt behoorlijk lang, maar in die tijd moet er zoveel gebeuren dat je je al snel laat verleiden om te lang te blijven hangen. Vanaf het moment dat je een CP binnenloopt word je omringd door vrijwilligers, vrienden die jouw of dit soort races zo goed kennen, dat ze precies weten wat je op dat moment nodig hebt. Ze staan klaar met een warme maaltijd en een praatje, zorgen dat je water weer wordt bijgevuld, duikelen een laadkabel voor je gsm op wanneer je de jouwe weer eens niet kan vinden,...
Tijdens het verzorgen van mijn voeten had ik al een half bord pasta naar binnen gewerkt samen met wat koffie en cola.
Dan snel snel nog droge kleren aan, 'Always change your baselayer!'. Snoep, nootjes en koeken in de racevest en weer naar buiten. De zon komt bijna op en de volgende etappe zou er eentje in het daglicht worden.
We vertrekken met hetzelfde groepje als waarmee we aankwamen op de CP. Heel ver zijn we nog niet, wanneer er vooraan een stevige navigatiefout wordt gemaakt. Bij een splitsing wordt voor de verkeerde weg gekozen en het duurt veel te lang voor iemand de fout opmerkt. We zijn met teveel, iedereen denkt dat de anderen wel op de route letten... niet dus. Meteen daarna nog een fout. We proberen door de bramen een weg te vinden naar het juiste pad. Hier verspillen we veel te veel tijd aan een verloren zaak. Er is geen doorkomen aan, we moeten terug naar waar we vandaan komen. Ruim 45 minuten en twee belangrijke lessen later zijn we weer op de splitsing waar het misliep. Navigeren doe ik vanaf nu altijd zelf, niet af en toe met een half oog. De tweede les heeft nog wat tijd nodig om door te dringen. Lopen in groep is fijn, de tijd en de kilometers gaan sneller voorbij. Een groep mag geen kudde worden, 4 of 5 mensen is echt het maximum. In een grotere groep worden veel meer fouten gemaakt, het tempo daalt en er wordt te vaak gestopt voor een plasje, om iets uit een tas te halen, om batterijen te vervangen, om even op elkaar te wachten,...


Het parcours is prachtig, kronkelend langs riviertjes, soms er door waar bruggen verdwenen zijn. Regelmatig een stevige helling met een paar exemplaren waar maar geen einde aan lijkt te komen. De groep begint uit elkaar te vallen, mensen geven op of blijven achter. Met het krimpen van de groep stijgt ook het tempo weer, onbewust.
Op een kilometer of 10, 15 voor CP2 krijg ik het moeilijk. We hebben er dan al ruim 100 kilometer opzitten, het is opnieuw beginnen regenen en het beetje daglicht dat er nog is zal over niet al te lange tijd ook verdwijnen. In mijn hoofd begint de strijd. Waarom doe ik dit? Vind ik dit eigenlijk wel leuk? Is het nog niet genoeg geweest? Ik ben nog niet in de helft. Idyllische beelden van een rustige avond voor de haard, voor het gemak vergeet ik even dat daar vaak twee stereotype (pre)pubers rondhangen. Mijn gedachten schieten alle kanten uit met 'Ik stop ermee op CP2' als thema. Nico, die voor me loopt draait zich om, bekijkt me en zegt :'Maak eens wat rust in je hoofd.' Niet meer dan dat, maar precies de woorden die ik nodig had om de mallemolen weer onder controle te krijgen. Het zijn niet de benen die de race lopen, maar het hoofd . The body achieves what the mind believes.
Wat een verschil een warme maaltijd, die ik niet eens voor de helft op kreeg, een beetje grappen en grollen met het medisch team terwijl ze blaren doorprikken en kiezen met welk kleurtje ze mijn voeten dit keer zullen tapen en twee tassen dampende koffie niet kunnen maken! Bij de zoveelste koffie en cola worden nieuwe groepjes gevormd om de Hoge Venen over te steken.
Op papier lijkt dit een geen al te zwaar stuk te worden., een 40-tal kilometer, met relatief weinig hoogtemeters. Wanneer je de kaart wat beter bekijkt, weet je dat dit zeker geen appeltje eitje zal zijn. Eerst een heel stuk zachtjes omhoog langs de Hoëgne. Dat betekent een glibberig paadje vol stenen en boomwortels dat regelmatig via een bruggetje naar de overkant van de rivier springt. Daarna, wanneer het echt pikkedonker is, zijn de Hoge Venen aan de beurt. Echt iets om naar uit te kijken met dit weer. Ondertussen is het al zaterdagavond, even over 8 en na 26 uur zonder slaap begint de vermoeidheid ook zijn rol te spelen.
De sfeer zit er weer in en tot aan de Hoëgne gaat het vrij vlot. Daarna wordt het wat moeilijker om in het donker het beste pad te vinden. Ik ben her niet al te lang geleden ook eens overdag geweest en dat helpt. Boven het gedruis van de rivier uit hoor ik achter me af en toe gemopper en gevloek. Te veel modder, te veel stenen, te veel water, te veel wind, te veel regen, te veel. Wanneer de rivieroevers plaats maken voor venen daalt het tempo drastisch. We hobbelen over de kletsnatte Hoge Venen. Water langs alle kanten, regen langs boven en soms door de wind ook horizontaal langs opzij geblazen, water in het slenken- en bultenmoeras dat ons omringt. Lopen is er niet meer bij. Op de zompige ondergrond is het springen, en regelmatig missen, van graspol naar graspol. Bij elk stukje ondergelopen modderpad ben ik blij dat we toch nog even een beetje vooruit komen. Hoe moe ik ben merk ik pas echt bij een navigatiefoutje, niet erg, niet ver, gewoon een fout pad gekozen en meteen gezien dat het mis was. Maar dan.. ik weet dat ik fout zit, ik zie op mijn GPS dat ik mis ben, ik weet waar ik wel moet zijn en er toch slaag ik er niet in de GPS correct te interpreteren. Volledig gedesoriënteerd draai ik rondjes en probeer verwoed het pijltje van mijn GPS weer op het pad te mikken. Gelukkig ben ik daar niet alleen en lukt het met z'n drieën bijna een kwartier later toch om het juiste pad te kiezen. Ook aan de Hoge Venen komt een einde, het pad wordt


weer droger en er kan opnieuw gelopen worden. Ik loop telkens weer wat uit op mijn gezelschap en moet regelmatig even op hen wachten. Elke keer wanneer ze me inhalen, lijken ze het moeilijker te hebben. Vechten tegen de vermoeidheid, de koude regen en snijdende wind, soppend door de modder.... Wanneer het een klein beetje licht begint te worden, laten ze allebei weten dat ze er klaar mee zijn. Ze gaan niet meer door naar CP3 en zullen bellen om opgehaald te worden.
Ik ben nog niet klaar om nu al te stoppen, zolang ik verder mag blijf ik doorgaan. Ik ga alleen verder en probeer terug wat tempo te maken in de hoop dat ik nog op tijd op CP3 raak. Het zal een race tegen de cut off worden.



Het parcours heeft nog een paar pittige verrassingen in petto. Een pad dat plots verdwijnt midden op de steilste helling vol losse leisteen die ik al ben tegengekomen. Volgens de GPS is dit toch echt het juiste pad, kan dat wel? De GPS op mijn uurwerk geeft hetzelfde, en dus ga ik weer een paar stappen verder. Ik twijfel, hier geraak ik nooit meer omhoog als ik mis ben. Dan maar eens op de tracking kijken. Ja, ik zit nog op het juiste pad. Een paar meter verder schuiven en wachten tot de tracking geupdated is. Oef, mijn nummertje schuift dan toch in de juiste richting over de track. Daarna volgen voor mij de mooiste kilometers van het hele weekend. Met een celloconcert in de oren zie ik het beetje bij beetje licht worden terwijl ik de race tegen de cut off langzaam maar zeker toch lijk te zullen winnen.


Ik kom aan op CP3 met een half uurtje marge. Voldoende voor alweer een pedicure. Claudia en Arjan, waar ik het grootste stuk tot CP2 mee heb samen gelopen, zijn er ook nog en we beslissen samen verder te gaan. Even voor 9 uur zondagochtend, met niet meer dan een paar minuten over vertrekken we uit CP3 voor opnieuw een etappe van om en bij de 60 kilometer. Wetende dat dit de laatste etappe zal zijn. Zelfs als we CP4 binnen de tijd halen, hebben we onvoldoende buffer voor het laatste stuk. Finishen zit er dus niet meer in. Ik heb er al lang vrede mee. Ja, ik wil de race heel graag uitlopen, maar het allerbelangrijkste is niet opgeven, nooit opgeven, doorgaan tot ik er bent of uit de race gehaald word.

We gaan niet goed vooruit, maken verschillende kleine navigatiefouten, maar o wat hebben we een plezier. Arjan krijgt last van zijn knie en besluit te stoppen. Van de grote groep van 8 of 9 lopers waarmee we de eerste nacht en een stuk van zaterdag doorbrachten, zijn er nu nog maar 2 hobbits over. Gelukkig hebben we dezelfde soort humor en de tranen lopen met momenten over mijn wangen van het lachen.
Na ruim 40 uur zonder slaap beginnen de hallucinaties die steeds levendiger te worden en moeilijker te onderscheiden van de realiteit. In het begin weet je wel dat er geen krokodil in de Hoëgne zit, maar je ziet ze wel. Een paar keer knipperen en ze verdwijnt. Het gaat steeds langer duren voor de hallucinaties plaats maken voor de werkelijkheid, grenzen vervagen. Ik begin dingen te zien die er ook echt zouden kunnen zijn. Zo ontstaan heerlijke discussies, zit daar nu een man met een groen jas? Nee hoor dat is een groene koala. Dat kan toch helemaal niet, die dieren zitten in eucalyptusbomen, niet in sparren.... en plots sta je naast een rots met een stevige moslaag. Ik zie mensen wandelen met een hond, het water loopt me in de mond bij het ruiken van warme pizza, hoor gepraat en gelach, een feestje rond een kampvuur (in de gietende regen). Allemaal best grappig, maar ik ben dan ook niet bang in een donker bos. Ik kan me voorstellen dat je dan heel andere dingen hoort en ziet.
Het is ondertussen alweer uren aan het regenen en we besluiten uit te kijken naar een schuilhut om even te rusten en wat te eten. Plots verschijnen overal hutten, prieeltjes en overdekte picknickplaatsen... Jammer dat ze elke keer weer veranderen in een omgevallen boom, een rots of wat struiken als we dichterbij komen. We kruipen onder een spar, ik trek een plastic poncho aan als extra bescherming. Claudia duikt in haar emergency bivy. Heel lang blijven we niet zitten, Claudia raakt onderkoeld dus we moeten verder. Plots zien we een security team, hetzelfde duo dat een paar uur eerder had laten weten dat we de cutt off niet meer zouden halen en aanbood om ons met de auto mee te nemen. Twijfel, stopt de race hier of gaan we nog een paar uur door tot aan CP4?
Een paar bekers cola later beslissen we toch door te gaan, maar het tempo stevig op te drijven. Niet om de cutt off te halen, dat is een verloren zaak, maar om warm te blijven. Vanaf dan wordt er niet meer gewandeld. Achter elkaar hobbelen we heuvel op, heuvel af door het water. Uiteindelijk bereiken we, een uur te laat, en na 208 km CP4. We zijn er geraakt, op eigen kracht en hebben niet zelf de beslissing moeten nemen om te stoppen.
Een DNF, maar wat voor één. Ik heb nog nooit zo lang gelopen (51 uur), nog nooit zo ver gelopen, nog nooit zo lang natte voeten gehad en nog nooit zo lang moeten vertrouwen op mijn eigen navigatiekunsten, hallucinaties of niet, maar vooral ik heb me nog nooit zo goed geamuseerd. Er waren ups en downs, maar elke keer ik mezelf weer uit het dal kreeg, groeide het vertrouwen dat dat bij een volgende dieptepunt weer zou lukken.
Ik heb enorm veel geleerd, niet alleen over lopen, over mezelf, maar ook een hele verzameling random facts uit Duitse podcasts.
Volgend jaar ben ik er zeker weer bij, hopelijk dan net iets sneller.


Maak jouw eigen website met JouwWeb